Toen onze schoondochter stierf – zij leed aan spierdystrophie en werd daardoor maar 41 jaar – bereidde zij haar sterven en uitvaart uiterst zorgvuldig en soeverein voor, precies zoals zij haar leven geleid had. Het lot gunde het haar, dat alles vrijwel verliep zoals zij het wilde, zodat zij als het ware uit het leven weggleed. Wat er op de rouwkaart zou staan, was heel belangrijk voor haar en ik herinner me, hoe stralend tevreden zij keek, toen zij vertelde dat de kaart nu klaar was, door haar zelf samen met een vriendin ontworpen. Na haar overlijden bleek het een prachtige kaart geworden, waarbij de tekst precies uitdrukte wat zij over zichzelf wilde zeggen:
als een roos volledig uitgebloeid
na een krachtige tijd over de top van haar schoonheid heen
uitziend naar een moment van rust
om te kunnen bezien en te herstellen
voorbereidend op een nieuwe bloei.
om weer een roos in de knop te zijn
aan het begin te staan van een volgend bestaan
om opnieuw open te breken, uitbundig te bloeien, te groeien,
opnieuw verlangend naar de schoonheid van het bestaan