Het overlijden van een geliefd mens is voor ieder die daarbij aanwezig is, een diepgaande ervaring. Kort tevoren ademde hij nog, was misschien nog contact mogelijk. En nu treedt de dood binnen in het lichaam. Het wordt heel stil. We zien de veranderingen in het lichaam. We sterven als het ware een beetje mee, geraakt door het mysterie van dit moment in het leven van iemand die ons dierbaar is. Iemand, met wie we lief en leed gedeeld hebben en met wie we ons verbonden voelen. Wat maakt hij nu door? Welke weg ligt er nu voor haar? Kunnen we misschien nog op een bepaalde manier in contact met elkaar komen?
Sterven en dood roepen veel vragen in ons op, waar je niet zo gemakkelijk antwoord op krijgt. Vragen die steeds duidelijker klinken, nu het taboe op sterven en dood wat minder groot is geworden. Vragen ook, die samenhangen met de toegenomen behoefte aan autonomie rondom het eigen sterven, zoals die in de euthanasie-wetgeving is vastgelegd.
Tegelijk met die ontwikkeling zijn er de laatste twintig jaar overal in Nederland hospices opgericht, om aan stervenden en hun naasten de omhulling te geven die nodig is in de laatste levensfase. In ieder hospice werken tientallen vrijwilligers, die zich inzetten om er te zijn voor de stervenden en hun naasten.
Vanuit de VPTZ, een overkoepelende organisatie voor vrijwilligers in de palliatieve terminale zorg, komen landelijk gezien ook talloze vrijwilligers bij mensen die thuis sterven. Zij proberen hen zo liefdevol nabij te zijn, dat zij waardig en goed kunnen sterven. Een teken, dat we als maatschappij langzamerhand wakker worden voor de keuzes waarvoor we gesteld zijn. Keuzes, die vanuit een helder bewustzijn, een open hart en een vrij wilsbesluit gemaakt kunnen worden.